stoten op (v) (voorwerpen) | stoßen auf (v) (voorwerpen) |
stoten op (v) (probleem) | stehen vor (v) (probleem) |
stoten op (v) (persoon) | zufällig treffen (v) (persoon) |
stoten op (v) (voorwerpen) | zufällig finden (v) (voorwerpen) |
stoten op (v) (persoon) | stoßen auf (v) (persoon) |
stoten op (v) (voorwerpen) | zufällig treffen (v) (voorwerpen) |